Connectiviteitsinstellingen
Als u een internetverbinding wilt bewerken of maken of de
instellingen voor het maken van de verbinding wilt
bijstellen, tikt u op
en selecteert u
Instellingen
>
Configuratiescherm
. Ga naar
Configuratiescherm
en
selecteer
Connectiviteit
.
Geef op de pagina
Algemeen
de volgende instellingen op:
Automatisch verbinding maken
– Selecteer welke
verbindingen automatisch worden gebruikt. Deze instelling
is alleen van toepassing op netwerken en verbindingen die
u in uw apparaat hebt opgeslagen.
Zoekinterval
– Definieer hoe dikwijls op de achtergrond
naar verbindingen wordt gezocht.
Op de pagina
Niet-actieve tijden
selecteert u de tijd
waarna de internetverbinding automatisch wordt
verbroken als de verbinding niet wordt gebruikt. Gebruik
Tijd niet-actief van packet-gegevens
voor packet-
geschakelde gegevensverbindingen (zoals GPRS),
Tijd
niet-actief van gegevensoproep
voor circuitgeschakelde
gegevensoproepen (zoals GSM-gegevensoproepen) en
Tijd
niet-actief van WLAN
voor verbindingen via een WLAN-
netwerktoegangspunt.
Opmerking: Op het gebruik van
internetverbindingen kunnen kosten in
rekening worden gebracht. Controleer dit bij
uw serviceprovider en pas de niet-actieve
tijd dienovereenkomstig aan.
Opmerking: Er kunnen ook instellingen voor
niet-actieve verbindingen in het netwerk
aanwezig zijn die de internetverbinding
kunnen verbreken, ongeacht de instellingen
voor niet-actieve verbindingen op het
apparaat.